Heeft u vragen en/of opmerkingen over deze pagina, mailto:postbusear@rijksoverheid.nl


De EAR wordt opgevolgd door de RORA (RijksOverheid Referentie Architectuur), hier vindt u meer informatie over de RORA.

Eigenschap:Beschrijving

Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Toelichting op formulier
:
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


Toelichtende omschrijving van de eigenschap

Deze eigenschap beschrijft of definieert het onderhavige architectuurelement.

Showing 50 pages using this property.
A
Het middel waarmee een persoon zijn of haar identiteit kan aantonen.Hierbij moet gedacht worden aan bv paspoort, rijbewijs of ID-kaart. Synoniem: legitimatiebewijs. Gangbaar is om te spreken van authenticatievoorziening of authenticatie service, als voorziening of instrument of dienst die de gegevens op zo'n authenticatiemiddel kan lezen en controleren en verifiëren  +
Het proces waarin wordt vastgesteld welke rechten een natuurlijk persoon heeft in applicaties (logische toegang) en welke rechten een natuurlijk persoon heeft in gebouwen (fysieke toegang). De rechten zijn gekoppeld aan de rol die een persoon in een organisatie heeft.  +
Het geheel van rechten van een medewerker gebaseerd op de aan zijn functie gekoppelde rol, regels en requests. gangbaar is momenteel de werktitel of begrip: Persona's  +
B
Deze versie van de Operationele baseline bouwt voort op het succes van de operationele baseline DWR en bevat alleen IT patronen. De overige onderwerpen uit de ISO-27002, waaruit procedurele patronen of operationele richtlijnen samengesteld kunnen worden, volgen in nieuwe versies van deze baseline. Het tactische deel van de BIR wordt in deze versie nog niet volledig gedekt door de operationele baseline.  +
De BIR beschrijft het minimale beveiligingsniveau waaraan elk systeem binnen de rijksoverheid moet voldoen. Voor elk informatiesysteem moeten dus minimaal de beveiligingsmaatregelen uit de BIR geïmplementeerd worden. De QuickScan BIR is bedoeld als instrument om te bepalen of de risico’s voor een proces met ondersteunende systemen voldoende door de BIR worden afgedekt. Als dit niet het geval is dan moet met een aanvullende risicoanalyse vastgesteld worden welke extra beveiligingsmaatregelen nodig zijn. Deze aanvullende risicoanalyse maakt geen onderdeel uit van de QuickScan BIR.  +
De Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst – Tactisch Normenkader (TNK) biedt één normenkader voor de beveiliging van de informatiehuishouding van de Rijksdienst. Het bestaat uit een concrete set van maatregelen op organisatorisch en technisch vlak die er aan bijdragen dat bedrijfsprocessen ongestoorde doorgang vinden. Informatiebeveiliging is niet alleen zorgen voor de vertrouwelijkheid, ook de integriteit (is de informatie juist en niet, bijvoorbeeld, ongeautoriseerd veranderd?) en beschikbaarheid van informatie maakt hier onderdeel van uit. Dit maakt het mogelijk om veilig samen te werken en onderling gegevens uit te wisselen.  +
In 2012 is de Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst (BIR) van kracht geworden. De Baseline gaat uit van een “comply or explain‐regiem”. Deze nota bevat een voorstel voor de explainprocedure voor de BIR.  +
Deze baseline geeft invulling aan artikel 3 lid d van het Besluit Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst 2007 ([[Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst (VIR)|VIR:2007]]). De BIR geldt voor de rijksdienst (waartoe gerekend worden de ministeries met de daaronder ressorterende diensten, bedrijven en instellingen). De BIR heeft daarmee hetzelfde bereik als het VIR:2007. ===BIR2017=== In de ICBR van 28 november 2017 is versie 2017 van de BIR vastgesteld. De BIR2017 vervangt de BIR:2012 en is per 1 januari 2018 van kracht voor alle nieuwe informatiesystemen. De ministeries moeten uiterlijk per 1-1-2019 inzichtelijk hebben gemaakt wanneer ze voor welke informatiesystemen overstappen. Voor de informatiesystemen die de transitie nog niet hebben ondergaan, blijft de BIR:2012 van toepassing. De BIR2017 is evenals de BIR:2012 een gemeenschappelijk normenkader voor de beveiliging van de informatie(systemen). Daarnaast concretiseert de BIR2017 een aantal normen tot verplichte operationele afspraken (rijksmaatregelen). Daardoor kunnen de bedrijfsonderdelen van de Rijksdienst erop vertrouwen dat gegevens die zij uitwisselen op een eenduidig minimumniveau zijn beveiligd. Verder wordt het ingewikkelde proces van risicomanagement met de BIR2017 vereenvoudigd doordat op basis van de generieke schades en dreigingen voor de Rijksoverheid standaard basisbeveiligingsniveaus (BBN’s) zijn gedefinieerd met bijbehorende beveiligingseisen. In de loop van 2018 wordt gewerkt aan producten die de implementatie van de BIR2017 ondersteunen. Zodra beschikbaar zullen ook deze worden verspreid. Voorlopig toont deze pagina zowel de informatie over BIR2017 als over BIR:2012. ===BIR2012=== De BIR is geheel gestructureerd volgens NEN/ISO 27001, bijlage A en NEN/ISO 27002. De overheid is verplicht om aan ISO 27001 en ISO 27002 te voldoen. De BIR beschrijft de invulling van NEN/ISO27001 en NEN/ISO 27002 voor de rijksoverheid. In de BIR zijn deze specifieke rijksnormen gemerkt met een [R]. NEN/ISO 27001 en NEN/ISO27002 beschrijven details voor implementatie (implementatierichtlijnen) en eisen voor de procesinrichting (o.a. het ISMS uit NEN/ISO 27001). Die documenten geven dus de details voor de toepassing, die niet in de BIR zijn beschreven en die nodig blijven voor een goede implementatie van de BIR. De BIR:2012 zorgt voor één heldere set afspraken, zodat een bedrijfsonderdeel weet dat de gegevens die verstuurd worden naar een ander onderdeel van de rijksdienst op het juiste beveiligingsniveau (vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid) worden behandeld. In de BIR:2012 staan de minimale eisen die gesteld worden aan de informatiebeveiliging van de IT‐infrastructuur van de rijksdienst. Het document geldt daarmee ook als aansluitvoorwaarde voor de basis IT‐infrastructuur van departementen die aangesloten zijn op de generieke basis IT‐infrastructuur van de rijksdienst.  
Algemene IT beheer standaarden, in onderzoek bij Standaardisatiecommissie Rijk.  +
Business Proces Management methodieken.  +
De BRT bestaat uit digitale topografische bestanden op verschillende schaalniveaus. Deze verzameling topografische bestanden is beschikbaar als open data. Dat betekent dat het Kadaster deze gegevensbestanden kosteloos en met minimale leveringsvoorwaarden ter beschikking stelt.  +
De Beheervoorziening BSN (BV BSN) is het geheel van voorzieningen dat zorgt voor het genereren, distribueren, beheren en raadplegen van het BSN. De Beheervoorziening regelt ook de toegang tot de identificerende gegevens in de achterliggende authentieke registraties (GBA en de toekomstige Registratie Niet-ingezetenen (RNI) en de verificatieregisters voor de identiteitsbewijzen ter verificatie van de identiteit aan het loket. De Wet algemene bepalingen burgerservicenummer (BSN) regelt dat alle overheidsorganen van het BSN gebruik kunnen maken voor het uitvoeren van hun taak. Daarnaast kunnen bij of krachtens de wet gevallen worden geregeld waarin ook anderen dan overheidsorganen van het BSN gebruik dienen te maken.  +
Het burgerservicenummer (BSN) is een uniek identificerend nummer voor iedereen die een relatie heeft met de Nederlandse overheid. Het nummer is ingevoerd in 2007 en vervangt het sofinummer. Met het BSN kan men bij elk (digitaal) loket in de publieke sector terecht. Het BSN heeft binnen het gegevensstelsel van de overheid een spilfunctie. Met dit persoonsnummer kunnen persoonsgebonden gegevens doelmatig en, als passende voorzieningen zijn getroffen, betrouwbaar uitgewisseld worden binnen de overheid en tussen de overheid en burgers. De minister van BZK (voor deze het agentschap BPR) is sinds de invoering van de Wet BSN ( Burger Service Nummer) verantwoordelijk voor de Beheervoorziening BSN (BVBSN). De BVBSN maakt nummers aan, distribueert deze naar toekennende instanties en beheert de nummers met behulp van een nummerregister.  +
De standaard biedt een eenduidige manier van verwijzen naar (onderdelen van) wet- en regelgeving waarmee de interoperabiliteit van juridische documenten en systemen die veel verwijzingen kennen naar wet- en regelgeving wordt bevorderd.  +
Bring Your Own Device (BYOD) staat voor het inzetten van eigen - in privé - aangeschafte apparaten voor zakelijk gebruik. BYOD wordt binnen organisaties van de Rijksdienst als volgt ondersteund: ''Voor medewerkers die niet in aanmerking komen voor een smartphone of tablet van de werkgever, wordt toegang tot werk mail- en agenda-functionaliteit op de eigen smartphone of tablet aangeboden. Organisaties kunnen altijd besluiten hier nog andere functionaliteiten aan toe te voegen.'' Verder geldt het volgende: *De Werkgever kan een medewerker niet verplichten om een eigen device in te zetten; *Het is geen recht van een medewerker om een eigen device in te zetten; *Te allen tijde geldt dat de werkgever dient in te stemmen met het gebruik van eigen devices. De BYOD beleidslijn beschrijft een aantal uitgangspunten voor implementatie van BYOD onderverdeeld naar uitgangspunten voor het management, de medewerker en de ICT-leverancier en is een vervolg op eerdere notities over dit onderwerp. Het afwegingskader BYOD is onderdeel van de kadernotitie met uitgangspunten over BYOD die in mei 2014 in de ICBR is vastgesteld en in mei 2015 is aangevuld met een beleidslijn. Het afwegingskader BYOD biedt ondersteuning aan de manager om een goed onderbouwde (risico)afweging te maken voor het zakelijk gebruik van eigen, in privé aangeschafte, apparaten door medewerkers.  +
De Baseline Informatiehuishouding Rijksoverheid is een instrument om de informatiehuishouding van de rijksoverheid te verbeteren en wordt ondersteund door andere algemeen geaccepteerde kaders, zoals de NEN-ISO-normen. De baseline geeft een rijksbreed normenkader voor duurzaam toegankelijke en betrouwbare overheidsinformatie voor een goed informatiebeheer, dat toegankelijkheid en betrouwbaarheid van overheidsinformatie bevordert. Het is een handzaam overzicht van bestaande kaders op dit gebied en geeft aan hoe en waar die ingezet kunnen worden: *Bij het meten en sturen van de kwaliteit van de informatiehuishouding; *Bij de inrichting en verbetering van de informatiehuishouding; *Bij de digitalisering van bedrijfsprocessen; *Als toetsingskader voor de departementale auditdiensten.  +
Het document 'De 7 normen' dient om de baseline Informatiehuishouding Rijksoverheid samen te vatten in 7 hoofdnormen (niveau 1), met daarachter een uitwerking op niveau 2. Het is bedoeld voor de lijnmanager.  +
De Basis-infrastructuur is het geheel van landelijk door het NUP (Nationaal Uitvoerings Programma) aangeboden E-voorzieningen waarvan implementatie bij wetgeving dan wel ambtelijk besluit is voorgeschreven. Deze voorzieningen kunnen ook worden aangemerkt als essentiële bouwstenen voor andere basisvoorzieningen.  +
Een bij wet aangewezen registratie, die de vitale gegevens van de overheid bevat waarin zogeheten authentieke gegevens van hoge kwaliteit worden vastgelegd. Door die hoge kwaliteit kan de overheid deze gegevens zonder verder onderzoek in haar werk gebruiken.  +
De Belastingdienst is verantwoordelijk voor de Basisregistratie Inkomen (BRI). In de BRI staat van ongeveer 13 miljoen burgers het verzamelinkomen of het belastbaar jaarloon. En gegevens zoals het burgerservicenummer (BSN). Het is belangrijk dat de inkomensgegevens in de BRI correct zijn geregistreerd. Verschillende overheidsorganisaties maken gebruik van deze gegevens om toeslagen, subsidies of uitkeringen te bepalen. Burgers kunnen, als zij het niet eens met de hoogte van het vastgestelde inkomen, bezwaar maken.  +
De Basisregistratie Kadaster (BRK) bestaat uit: *de kadastrale registratie van onroerende zaken en zakelijke rechten; *de kadastrale kaart. Op deze kaart is de ligging van de kadastrale percelen te zien (inclusief perceelnummer). Ook de grenzen van het rijk, de provincies en de gemeenten staan erop. Ook een netwerk is een onroerende zaak. Een geregistreerd netwerk maakt daarom onderdeel uit van de BRK. De BRK bevat authentieke en niet-authentieke gegevens. Een gegeven is authentiek als het als zodanig wordt aangemerkt in de wet van een basisregistratie of via een algemene maatregel van bestuur. Een authentiek gegeven hoort bij één basisregistratie. Het is van hoogwaardige kwaliteit, zodat een overheidsinstelling het kan gebruiken zonder nader onderzoek te hoeven doen. Authentieke gegevens in de kadastrale registratie zijn: *kadastrale aanduidingen; *rechten (met uitzondering van erfdienstbaarheden); *kadastrale grootte; *persoonsgegevens van eigenaren, beperkt gerechtigden en beslagleggers. Authentieke gegevens op de Kadastrale kaart zijn: *de afbeelding van de kadastrale aanduidingen; *kadastrale grenzen; *rijks-, provincie- en gemeentegrenzen.  +
basisregistratie voor de ondergrond; geologie, aardlagen etc  +
De Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA) is dé basisregistratie voor persoonsgegevens binnen het stelsel van basisregistraties. De gegevens die in de GBA worden geregistreerd, worden gebruikt binnen de gehele Nederlandse overheid. Ook de Basisregistratie Niet -ingezetenen (RNI) vormt onderdeel van de basisregistratie Personen. Het verantwoordelijk agentschap (RvIG) staat voor Rijksdienst voor Identiteit Gegevens.  +
Het kentekenregister van de RDW is een zeer betrouwbaar, volledig en actueel register van voertuiggegevens en gegevens van eigenaren/houders. Het Kentekenregister maakt onderdeel uit van het stelsel van basisregistraties  +
De Basisregistratie Waarde Onroerende Zaken (WOZ) is onderdeel van het overheidsstelsel van basisregistraties. Gemeenten zijn bronhouder van de WOZ. Zij bepalen de WOZ-waarde van huizen, winkels, kantoren en bouwpercelen. Deze WOZ-waarde heeft invloed op de hoogte van een aantal belastingen, zoals de onroerendezaakbelasting (OZB) en de inkomstenbelasting. De WOZ-waarde en gerelateerde gegevens als adresgegevens, kadastrale aanduiding en BAG-ID worden in een landelijke voorziening aangeboden. Zo kunnen afnemers WOZ-gegevens eenvoudiger en efficiënter gebruiken. Het Kadaster beheert de LV WOZ en stelt de gegevens beschikbaar aan diverse afnemers.  +
Basisregistratie BLAU voor gegevens over lonen, arbeids- en uitkeringsverhoudingen  +
De BAG is een registratie waarin gemeentelijke basisgegevens over alle gebouwen en adressen in Nederland zijn verzameld. De BAG is een belangrijk onderdeel van het stelsel van basisregistraties. De BAG biedt een overzicht van alle gebouwen in Nederland en een adressenbestand van hoge kwaliteit van heel Nederland.  +
MARIJ 1.0 Een modelmatige weergave van de bedrijfsfuncties in de organisatie, waarbij de bedrijfsfuncties zijn geclusterd naar primaire ondersteunende en besturende functies. MARIJ 2.0 Het bedrijfsfunctiemodel is een inrichtingsonafhankelijke beschrijving van de taakgebieden (ook wel bedrijfsfuncties) van de Rijksdienst ide extern toegevoegde waarden leveren aan zijn omgeving en intern aan de onderdelen van de Rijksdeisnt zelf. In de omgeving van de Rijksdienst worden burgers, bedrijven, instellingen en andere overheidsorganisaties (provincies, gemeenten, enz.) onderscheiden. EAR Het bedrijfsfunctiemodel is een organisatie-onafhankelijke beschrijving van de taakgebieden (ook wel bedrijfsfuncties) van de Rijksdienst die toegevoegde waarden leveren aan de omgeving en intern aan de onderdelen van de Rijksdienst zelf. In de omgeving van de Rijksdienst worden burgers, bedrijven, instellingen en andere overheidsorganisaties (provincies, gemeenten, enz.) onderscheiden. Het model doet geen uitspraken over de wijze waarop deze toegevoegde waarden gerealiseerd worden, bijvoorbeeld via welke processen, door welke organisatieonderdelen en met welke systemen  +
Dit domein omvat informatievoorzieningsdiensten die generiek zijn voor één bepaald bedrijfsproces. Denk bijvoorbeeld aan P-Direkt voor HRM-processen.  +
Afgebakend gebied van samenhangende bedrijfsprocessen, waarvoor één functionaris de bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt voor de inrichting. Voorbeeld: Toezicht, Personeel  +
“Een goed functionerende overheid is transparant enlegt verantwoording af over wat zij doet. Bij een goed functionerende overheid is de sturing en beheersing («control») op orde. De sturing en beheersing van de primaire en ondersteunende processen, gericht op het realiseren van taken en doelen van het ministerie, wordt ook wel «bedrijfsvoering» genoemd. Onder de bedrijfsvoering vallen alle bedrijfsprocessen die ervoor zorgen dat een ministerie functioneert.”  +
De uitvoering van vastgesteld beleid moet leiden tot het beoogde beleidseffect. Door evaluatie van de effecten van de uitvoering wordt gemeten in hoeverre de beoogde beleidsdoelstellingen worden gehaald.  +
De beleidsfuncties hebben betrekking op de ontwikkeling, implementatie en evaluatie van beleid, gericht op maatschappelijke doelstellingen zoals economische ontwikkeling, werkgelegenheid, volksgezondheid, et cetera. Een eerste decompositie van de beleidsfunctie is deze naar fase in het beleidsproces: #[[beleidsvormingsfuncties]] #[[beleidsimplementatiefuncties]] en #[[beleidsevaluatiefuncties]]. De beleidsuitvoering (dienstverlening, handhaving) is onderdeel van het primaire proces en geen subfunctie binnen het cluster beleidsfuncties. Hierin zijn ook onderdelen van een Deming cirkel herkenbaar (Plan, Do, Check, Act). De beleidsimplementatie is verder gedecomponeerd naar een aantal aspecten met eigen producten/diensten, maar grote onderlinge samenhang: #regievoering #ontwerpen wet en regelgeving #ontwerpen producten, processen organisatie en ICT en #voorlichting.  +
Een Ministerie geeft opdracht tot uitvoering van het vastgestelde beleid aan publieke en/of semi-publieke organisaties. Dit is vaak een uitvoeringsorganisaties resorterend onder het betreffende ministerie. De formele bevoegdheid blijft bij het Ministerie. Voorbeelden van beleidsuitvoerende processen zijn 'kentekenregistratie' bij de RDW of de 'verwerking van kennisgevingen voor het transport van gevaarlijke afvalstoffen (EVOA)' bij DGM.  +
Bestaande wet- en regelgeving (Archiefwet, Wet openbaarheid bestuur, etc.) bepaalt of (het beheer van) informatie onderdeel is van de informatiehuishouding van het Rijk. Als dat zo is dan vallen bewerkingen (bijv. het delen van informatie) van deze informatie onder de verantwoordelijkheid van het Rijk. Er moeten waarborgen getroffen worden ten aanzien van bijvoorbeeld de beveiliging, privacy en herleidbaarheid van besluitvorming. Dit heeft dus invloed op de ontwikkeling van voorzieningen waarmee informatie gedeeld wordt. Om de ontwikkeling van een samenwerkfunctionaliteit te kunnen sturen wordt onderscheid gemaakt op basis van de mate van openbaarheid van informatie: #Openbaar: informatie die zonder enige beperking gedeeld kan worden met iedereen zowel binnen als buiten de rijksdienst; deze informatie valt niet onder het regime van de WOB, noch van de Archiefwet; #Niet openbaar (t/m depv): besloten en/ of vertrouwelijke informatie die zowel binnen als buiten de Rijksdienst kan worden gedeeld met een specifieke groep mensen, bijvoorbeeld als onderdeel van een beleidsvoorbereidingsproces; deze informatie valt onder het regime van de WOB en de Archiefwet; #Bijzondere informatie (stg): geheime informatie die conform het VIR-BI slechts met een specifieke groep mensen gedeeld kan worden. Iedere categorie vraagt om een andere manier van inrichten van de voorziening. Niet openbare informatie moet in ieder geval altijd voldoen aan de eisen die vanuit bestaande wet- en regelgeving ingegeven worden. Het Rijk houdt controle over de servicelevels en beveiligingsvraagstukken bij de ontwikkeling van een samenwerkfunctionaliteit.  +
Een afgebakend aandachtsgebied binnen de taakopdracht van de RD-organisatie waarvoor in de Rijksbegroting een begrotingsartikel is opgenomen.  +
Naar aanleiding van maatschappelijke vraagstukken beleid formuleren over de wijze waarop overheid en maatschappij met het vraagstuk zullen handelen. De functie bestaat uit o.a. de volgende stappen: *opdracht formuleren *informatie vergaren betreffende beleidsonderwerp *afbakening van de opdracht op basis van vergaarde informatie *beleidsconcept opgestellen *afstemming/feedback *vaststellen *publiceren van het geformuleerde beleid  +
Een afgeronde hoeveelheid informatie met een header en een payload, die van een verzender naar een ontvanger wordt gestuurd.  +
De berichtenbox voor bedrijven is een beveiligd e-mailsysteem. Hiermee kan een bedrijf digitaal berichten uitwisselen met de Rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen. De berichtenbox is bedoeld voor ondernemers die gevestigd zijn in de Europese Economische Ruimte (EER) - dus ook in Nederland - en die hun diensten in Nederland willen aanbieden.  +
De berichtenbox (op MijnOverheid) is de digitale postbus voor berichten van de overheid aan burgers. De gemeente meldt bijvoorbeeld dat een paspoort moet worden verlengd. Of de RDW meldt dat een auto gekeurd moet worden. Als er een bericht in de box staat, wordt dit per e-mail gemeld aan de betreffende persoon. Berichten versturen via de berichtenbox is (nog) niet mogelijk.  +
Deze regeling is specifiek voor het Rijk en geeft de bestemming aan van archiefbescheiden bij een organisatieverandering.  +
Het Besluit informatievoorziening in de rijksdienst 1990 is per 1 december 1990 in werking getreden. Het besluit had destijds tot doel de regels voor de informatievoorziening (rijksdienst) te actualiseren en inhoudelijke sturing te geven aan die informatievoorziening. De normen uit het beleidskader zijn onverkort van kracht.  +
Op 30 juni 2006 heeft de Ministerraad het Besluit Kwaliteit Rijksoverheidswebsites vastgesteld. In de bijlage van het Besluit is aangegeven aan welke eisen nieuwe websites van de rijksoverheid bij oplevering dienen te voldoen. Deze eisen zijn gelijk aan alle huidige Webrichtlijnen, aangevuld met de eis “Bouw een website volgens de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG 1.0) van het W3C”.  +
Dit voorschrift geldt voor de rijksdienst (waartoe gerekend worden de ministeries met de daaronder ressorterende diensten, bedrijven en instellingen) en heeft hetzelfde bereik als het VIR:2007. Het VIR-BI is een aanvulling op het VIR voor het vertrouwelijkheidaspect van bijzondere en gerubriceerde informatie.  +
Het beïnvloeden van het functioneren van een RD-organisatie, gericht op het behalen van (strategische) doelstellingen van de individuele RD-organisatie en van de Rijksdienst als geheel.  +
De beschikbaarheid en de kwaliteit van diensten voldoen aan vooraf bepaalde normen. Aangeboden informatie dient bijvoorbeeld juist, authentiek, actueel en volledig te zijn. Processen zijn zodanig ingericht dat dit is gegarandeerd en monitoring van het kwaliteitsniveau plaatsvindt.  +
In het BVR worden de verantwoordelijkheden voor de integrale beveiliging van de Rijksdienst beschreven. Wet- & Regelgeving is beleidsverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de inrichting en werking van de organisatie van de beveiliging van de Rijksdienst.  +
Een bron is de plaats waar een gegeven of document voor de eerste keer is vastgelegd.  +
C
Stelsel van afspraken over rol en verantwoordelijkheden van Chief Information Officers (CIO) binnen het Rijk. De rol van de CIO in relatie tot sturing van grote ICT-projecten is vastgelegd in het document Handboek Portfoliomanagement Rijk voor projecten met een grote ICT-component versie 2.2. vastgesteld in ICCIO 14 november 2012.  +
Content Management Interoperability Services (CMIS) is een open standaard die een scheiding mogelijk maakt tussen zogenaamde ‘content repositories’ en content applicaties. Hierdoor kunnen content (ongestructureerde data, zoals documenten en e-mails) en bijbehorende metadata (beschrijvende data) gemakkelijker worden uitgewisseld.  +

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 24 jun 2019 om 15:16.