Heeft u vragen en/of opmerkingen over deze pagina, mailto:postbusear@rijksoverheid.nl


De EAR wordt opgevolgd door de RORA (RijksOverheid Referentie Architectuur), hier vindt u meer informatie over de RORA.

Eigenschap:Toelichting implicaties

Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Toelichting op formulier
:
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


Showing 20 pages using this property.
D
*Vastleggen metagegevens conform standaard profielen voor metagegevens, i.c. toepassingsprofiel metagegevens rijksoverheid en metagegevensschema’s van de ministeries. *Vaststellen eventuele noodzaak tot aanvulling op standaard profielen en zo nodig de metagegevens aanvullen. *Waar mogelijk metagegevens automatisch genereerbaar maken.   +
*Er is een bedrijfsprocesgerelateerd classificatieschema *Eventueel aanvullende ordeningsstructuren zijn beschreven. *Schema's voor classificatie van de records opstellen n.a.v. de ordeningsdoelen. *Zorg dragen dat records volgens deze schema's worden geordend.   +
*Voor ieder record is een veiligheidsregime vastgesteld. *Autorisaties worden toegekend op basis van een rijksbrede identificatie en een rijksbreed gebruikersprofiel. *De RD-organisatie hanteert het normenkader van de BIR   +
*Ieder record is voorzien van metagegevens die context, inhoud, structuur en eventueel gedrag van het record vastleggen, evenals het beheer ervan door de tijd heen. *Het Toepassingsprofiel Metagegevens Rijksoverheid is geïmplementeerd. *Er is duidelijkheid over de redelijkheid van zoektermijnen *Er is toegankelijke zoekfunctionaliteit, bij voorkeur rijksbreed beschikbaar (bijvoorbeeld [[DWR Zoeken]])   +
*Van elk record is het openbaarheidsregime bekend. *De organisatie gaat uit van actieve openbaarmaking. *De organisatie stelt de openbare informatie zonder beperkende voorwaarden beschikbaar.   +
*De rijksdienst beschikt over een platform dat tijd-, plaats- en apparaat onafhankelijk werken alsmede interdepartementale samenwerking, op een veilige en vertrouwde manier mogelijk maakt. *De specificaties van processen, applicaties, systemen en de informatie die zij uitwisselen, zijn gebaseerd op landelijk en/of rijksbreed afgesproken open standaarden.   +
*De zorgdrager heeft een kwaliteitssysteem met toetsbare eisen voor beheer van records. *Het beheer van records voldoet aan de eisen van het kwaliteitssysteem. *Als toegankelijkheid van records wordt beperkt door wijziging of in onbruik raken van formaten en applicaties, zorgt de zorgdrager voor conversie of migratie van de records of voor aanpassen van de applicatie, met behoud van authenticiteit van de records.   +
De dienst: * is beschreven * de opzet is afgestemd met dienstverleners van verwante diensten om overlap en dubbel werk te voorkomen * sluit aan op de verwante diensten.  +
De dienst: * is zó beschreven dat de resultaten en voorwaarden ook in een andere context begrepen kunnen worden * maakt maximaal gebruik gemaakt van (open) standaarden om zo min mogelijk drempels op te werpen voor gebruik * kent een minimum aan gebruiksvoorwaarden * is aangemeld bij een landelijk serviceregister  +
* Op basis van de meta-informatie kan worden vastgesteld wat de oorspronkelijke reden is van het verzamelen van de informatie. * Het doel waarvoor informatie wordt uitgevraagd, is vastgelegd en getoetst door bevoegde instanties. * In samenwerkingsrelaties is vooraf bepaald wat het gemeenschappelijke doel van de samenwerking is en of alle deelnemers in het kader hiervan informatie mogen delen, bijvoorbeeld over personen.   +
E
Op Rijksdienst niveau moet worden vastgesteld welke type informatie en het daarmee annex zijnde berichtenverkeer in welk beheerregime vallen. De baseline informatiehuishouding benoemt de volgende risicoklassen: *Hoog risico: informatie is tijd- en plaatsonafhankelijk toegankelijk en betrouwbaar; *Middelmatig risico: informatie is tijd- en plaatsonafhankelijk toegankelijk. Er hoeven geen specifieke maatregelen getroffen te worden ten behoeve van de betrouwbaarheid van de informatie; *Licht risico: informatie is persoonsafhankelijk toegankelijk. Er hoeven geen specifieke maatregelen te worden getroffen voor de beheersing van de tijd- en plaatsonafhankelijke toegankelijkheid, noch voor de betrouwbaarheid van de informatie; *Geen risico: informatie hoeft niet formeel te worden beheerst. De mate van het risico op verminderde betrouwbaarheid (risicoklasse) is sterk bepalend voor de keuze van het beheerregime. Aannemelijk moet worden gemaakt dat de set van beheermaatregelen passend is voor de betreffende risicoklasse, zodat met enige zekerheid wordt geborgd dat de risico's beperkt blijven. De Baseline Informatiehuishouding benoemt daarvoor de volgende normen: *De verantwoordelijkheden die het lijnmanagement namens de minister draagt voor de duurzame toegankelijkheid en betrouwbaarheid van informatie zijn belegd en beschreven. *De inrichting van organisatie, processen, personeel en hulpmiddelen is kwantitatief en kwalitatief toereikend voor de borging van duurzame toegankelijkheid en betrouwbaarheid van informatie. *Voor verschillende aspecten van het informatiebeheer zijn binnen het ministerie of bestuursorgaan standaarden gedefinieerd en in gebruik. *Er is een - geprioriteerde - classificatie gemaakt van producten, processen, informatie en verantwoordelijkheden, waarbij rekening is gehouden met wet- en regelgeving. *Een - al of niet geautomatiseerd - systeem waarmee overheidsinformatie wordt beheerd, onder-steunt aantoonbaar de eisen van duurzame toegankelijkheid en betrouwbaarheid, op het niveau van het geldende beheerregime. *Bij het creëren en gebruiken van overheidsinformatie worden de kwaliteitseisen voor duurzame toegankelijkheid en betrouwbaarheid in acht genomen. *De duurzame toegankelijkheid en betrouwbaarheid van overheidsinformatie is tot het moment van verwijdering gewaarborgd, en de verwijdering verloopt conform vastgelegde procedures.  
*Bij ontwikkeling en invoering van voorzieningen door wordt altijd bezien of de functionaliteit via generieke infrastructuren beschikbaar is. *In dat geval dient daarvan gebruik te worden gemaakt, tenzij er aantoonbare noodzaak is om af te wijken. *Afwijken is altijd tijdelijk. In dat geval moet er ook een plan zijn dat voorziet in herstel van de situatie.   +
Eisen aan de beschikbaarheid van dienstverlening, vergen een daarop afgestemde inrichting van de organisatie. In het algemeen kan worden uitgegaan van de volgende minimale beschikbaarheid per kanaal: *Internet, e-mail, telefoon: Interactief gedurende reguliere kantoortijden en automatische beantwoording buiten reguliere kantoortijden. *Post en Persoonlijk contact (o.a. balie): Reguliere kantoortijden.  +
Het functiegebouw Rijksdienst levert de basis voor het definiëren van personele functies binnen RD-organisaties. Hiermee stimuleren RD-organisaties de flexibele inzetbaarheid van de eigen medewerkers, zowel binnen als buiten de eigen organisatie.  +
Er is onderscheid in gestructureerde gegevens, verder aangeduid als data, en semi-gestructureerde gegevens, verder aangeduid als documenten. Data wordt gestructureerd opgeslagen in databases, terwijl documenten worden opgeslagen in een Document Management Systeem of directory-file-systeem. Voor data is een stabiele opslagstructuur, afgeleid van de semantiek van de gegevens, het uitgangspunt voor de informatiehuishouding van de Rijksdienst. Soms is echter een procesgerelateerde opslagstructuur noodzakelijk, bijvoorbeeld om redenen van performance bij de verwerking van administratieve bulkprocessen. De opslag van gegevens in de procesgerelateerde structuur is in dat geval van tijdelijke aard. Naderhand moeten de gegevens (in de achtergrond) worden overgezet naar een stabiele structuur.  +
*Standaardisatie van de interne dienst en de aanverwante voorzieningen dragen in belangrijke mate bij aan de gewenste mate van efficiency. *Interne dienstverlening gebeurt zoveel mogelijk digitaal.   +
*De Rijksdienst streeft naar ontwikkeling en gebruik van een gemeenschappelijk begrippenkader, dat recht doet aan de concerngedachte. Door het conformeren aan (de implicaties van) dit principe, wordt invulling gegeven aan opzet en onderhoud van het begrippenkader.   +
In het algemeen geldt de volgende voorkeursvolgorde voor de ontwikkeling en implementatie van functionaliteit: #landelijke bouwstenen #rijksbreed generieke bouwstenen #bedrijfsproces generieke bouwstenen #standaard software #maatwerk Om functionaliteit te kunnen hergebruiken, moeten herbruikbare functies (bouwstenen) uiteraard wel bekend zijn voor ontwikkel- en implementatieprojecten. Een werkend mechanisme voor onderhoud, beheer en publicatie van herbruikbare functionaliteit is in ontwikkeling (maart 2012). Hiervoor is een hergebruiktoets ontwikkeld die ook gebruikt zal worden bij de verdere inrichting van een generieke I-infrastructuur en een Rijksmarktplaats voor herbruikbare voorzieningen. Architecten van RD-organisaties hebben sowieso ook zelf een verantwoordelijkheid bij het vinden van relevante herbruikbare functionaliteit voor het oplossen van vraagstukken.  +
Het Bedrijfsfunctiemodel Rijksdienst vormt samen met de Modelarchitectuur Rijksdienst een belangrijke basis waarlangs RD-organisaties hun organisatie inrichten. Door uit te gaan van deze uniforme basis, wordt invulling gegeven aan de concerngedachte van de Rijksdienst.  +

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 24 jun 2019 om 15:17.