Heeft u vragen en/of opmerkingen over deze pagina, mailto:postbusear@rijksoverheid.nl


De EAR wordt opgevolgd door de RORA (RijksOverheid Referentie Architectuur), hier vindt u meer informatie over de RORA.

Eigenschap:Toelichting rationale

k (1 versie)
 
k (Installed/upgraded by SmartCore)
 
Regel 1: Regel 1:
{{Elementeigenschap
+
{{#elementproperty:
 
|Kennismodel=Kennismodel NORA
 
|Kennismodel=Kennismodel NORA
 
|Elementeigenschaptype=Tekst
 
|Elementeigenschaptype=Tekst

Huidige versie van 24 jun 2019 om 14:17

Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Toelichting op formulier
:
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


Deze eigenschap kan worden gebruikt om elementen te voorzien van een toelichting op de rationale-relatie. Bron: Archimate 2.0

Showing 20 pages using this property.
A
De ontsluiting via internet draagt bij aan toegankelijkheid van de dienst. Er moet echter altijd een alternatief kanaal beschikbaar zijn voor afnemers die geen toegang hebben tot internet en voor situaties waarin internet niet gebruikt kan worden, bijvoorbeeld in het geval van een storing. Afnemers kunnen zonder bezwaar bij ieder contactmoment het voor hen optimale kanaal kiezen.  +
Het inzagerecht geeft invulling aan het streven naar een betrouwbare en transparante overheid. Onrust over mogelijke schending van privacy en onrechtmatige of overmatige uitwisseling van vertrouwelijke informatie kan hiermee worden voorkomen. Daarom krijgen afnemers inzage: * in de informatie die men over hen bijhoudt * in wie toegang heeft tot deze informatie * wie deze informatie heeft bewerkt of geraadpleegd. Dit alles uiteraard behoudens wettelijke uitzonderingen. Het inzagerecht (en in het verlengde hiermee correctierecht en eventueel recht op verwijdering) wordt nu nog sterk beknot door praktische drempels. Ontsluiting via internet kan deze situatie sterk verbeteren. Online inzage biedt ook betere mogelijkheden om de afnemer proactief te informeren, zonder dat er een verzoek aan is vooraf gegaan.  +
Bij inrichting en gebruik van de rijksbrede generieke voorzieningen wordt rekening gehouden met de overeenkomsten en verschillen in behoeften tussen rijksdienstorganisaties, in het bijzonder tussen de beleidskernen en de uitvoerende organisaties. Collectieve (rijksbrede) winst of het perspectief daarop, gaat in beginsel boven individueel nadeel. Het mag echter niet zo zijn dat dit individueel nadeel de dienstverlening nadelig beïnvloedt. Om die reden moet per geval worden bezien hoe het individueel nadeel zo goed mogelijk te beperken c.q. te compenseren.  +
De kwaliteit van de dienstverlening door de Rijksdienst is gebaat bij flexibiliteit van de bedrijfsprocessen (eenvoudig aanpasbaar aan veranderende omstandigheden) en stabiele betrouwbare informatie (hergebruik van gegevens i.p.v. risicovol dupliceren). De ondersteunende informatiesystemen van de Rijksdienst moeten daarom de dynamiek van de bedrijfsprocessen enerzijds en de stabiliteit en betrouwbaarheid van gegevens anderzijds, kunnen waarborgen. De Rijksdienst ontkoppelt daarvoor de stabiele opslag van gegevens en de dynamiek van de bedrijfsprocessen en functies die de gegevens registreren en/of gebruiken.  +
Het Rijk maakt gebruik van bestaande en bewezen technologie. Hergebruik gaat voor inkoop en inkoop gaat voor zelfbouw. Dit verbetert de efficiency bij ontwikkeling, onderhoud, beheer en gebruik van bouwstenen en diensten. Daarnaast verbetert het de mogelijkheden op samenwerking.  +
Stroomlijning van ondersteunende bedrijfsvoering en ontdubbeling van uitvoering en het toezicht bieden ministeries perspectief bij het ontwikkelen van hun departementale plannen voor het invullen van hun taakstelling. De in het rapport van de [[media:Heroverweging bedrijfsvoering, niet schaven, maar sturen.pdf | heroverweging bedrijfsvoering «Niet schaven, maar sturen»]] genoemde voorbeelden en de doorrekening van de daarin opgenomen varianten tonen dat aan. Samen optrekken hierbij heeft het voordeel van het gezamenlijk boeken van efficiencywinst, waarvan de effecten vervolgens ook zichtbaar worden op de departementale begrotingen. De rijksbrede benadering heeft bovendien als pluspunt dat (inter)departementale herindeling in de toekomst met aanzienlijk minder ophef, frictie en kosten gepaard kan gaan.  +
Door clustering van uitvoerings- en toezichtsorganisaties, met waarborg van continuïteit van het primair proces, worden bestaande dubbelingen tussen organisaties weggenomen. Het leidt tot kostenreductie en tot een meer integrale dienstverlening.  +
Met de concerngedachte streeft de Rijksdienst naar maximalisering van haar efficiency. Daarmee maakt ze capaciteit (geld, mensen en middelen) vrij die ingezet kan worden op verbetering van de kwaliteit en effectiviteit van haar primaire dienstverlening. Het Rijk als concern impliceert daarom een zo hoog mogelijke eenheid (uniformiteit) in de wijze waarop de taken (diensten) van de rijksorganisaties worden bestuurd en georganiseerd naar mensen en middelen. Een rijksorganisatie onderscheid zich door de unieke expertise die ze heeft met betrekking tot een deel van het takenpakket van de Rijksdienst. Als het gaat om zaken als organisatiestructuur, gebruik van voorzieningen, ondersteuning van primaire bedrijfsfuncties, etc. hanteert de Rijksdienst een uniforme architectuur.  +
De overheid moet vanuit afnemersperspectief bezien functioneren als een geïntegreerd geheel. Dit raakt de interactie met de samenleving, maar ook de interne interactie tussen overheidsinstellingen. Toedeling van overheidstaken aan bestuurslagen en organisaties moet geschieden vanuit overheidsbreed perspectief op doelmatigheid, effectiviteit, kwaliteit en professionaliteit. Soms vergt dat decentralisatie van taken en soms juist bundeling van taken. Een goed geïntegreerde organisatie: *voert vergelijkbaar werk niet meervoudig per departement uit, maar richt het in als gedeelde dienst die elk departement kan afnemen van een aanbieder. *verdeelt beschikbare capaciteit (personeel, voorzieningen) optimaal over de structureel uit te voeren taken, maar is ook in staat om haar capaciteit flexibel aan te wenden als een situatie daar incidenteel om vraagt.  +
Met de concerngedachte streeft de Rijksdienst naar maximalisering van haar efficiency. Daarmee maakt ze capaciteit (geld, mensen en middelen) vrij die ingezet kan worden op verbetering van de kwaliteit en effectiviteit van haar primaire dienstverlening. Het Rijk als concern impliceert daarom een zo hoog mogelijke eenheid (uniformiteit) in de wijze waarop de taken (diensten) van de RD-organisaties worden bestuurd en georganiseerd naar mensen en middelen. Een RD-organisatie onderscheid zich alleen van collega-organisaties door de unieke expertise die ze heeft met betrekking tot een deel van het takenpakket van de Rijksdienst. Als het gaat om zaken als organisatiestructuur, gebruik van voorzieningen, ondersteuning van primaire bedrijfsfuncties, etc. hanteert de Rijksdienst een uniforme architectuur.  +
Hoe bescheiden of bedrijfskritisch een dienst ook is: voor alle diensten gelden leveringsvoorwaarden en kwaliteitscriteria. Afspraken hierover zorgen ervoor dat dienstverlener en afnemer weten waar zij aan toe zijn en elkaar kunnen vertrouwen. Bij bedrijfskritische diensten kan het noodzakelijk zijn om afspraken schriftelijk vast te leggen (bijvoorbeeld in een SLA). Bij minder kritische diensten kunnen leveringsvoorwaarden en kwaliteitscriteria als basis voor een stilzwijgende afspraak volstaan.  +
Het gebruik en gemak van de dienst neemt toe wanneer deze geleverd wordt zodra er een signaal is dat een afnemer behoefte heeft aan de dienst. De afnemer hoeft in dit geval de dienst niet zelf aan te vragen. Dergelijke signalen kunnen ook van andere organisaties afkomstig zijn. Veel signalen zijn locatiegebonden. Overigens heeft dit principe niet alleen betrekking op ICT: ook medewerkers kunnen 'automatisch', volgens afspraken en protocollen handelen.  +
B
Nederlanders zijn dienstverlening op hoog niveau gewend en meer en meer digitaal. Dat is het referentieniveau voor burgers en bedrijven in hun relatie met de rijksdienst. Men verwacht snelle en klantvriendelijke dienstverlening, waarbij gebruiksgemak voorop staat. Men wil niet van het kastje naar de muur gestuurd worden en geen onnodige bureaucratie en administratieve lasten ondervinden. Uitgangspunten die Rijk, gemeenten, provincies, waterschappen, uitvoeringsorganisaties hierbij hebben vastgesteld: #de vraag staat centraal #snelle en zekere dienstverlening #wij opereren als één overheid. #eenmalige uitvraag gegevens #transparant en aanspreekbaar #efficiënt werken  +
Willen diensten voor de afnemer bruikbaar zijn, dan moeten ze betrouwbaar zijn. Vooral ketendiensten moeten daarop kunnen vertrouwen, omdat de mate van betrouwbaarheid mede de kwaliteit van hun eigen dienstverlening bepaalt. Als normen bij herhaling worden geschonden, raken afnemers geïrriteerd, gaan ze klagen en haken ze uiteindelijk af.  +
Voor betrouwbare dienstverlening is het gebruik van de juiste informatie en documenten van cruciaal belang. Om geschillen over de juistheid van een gegeven te voorkomen, moet duidelijk zijn welke organisatie bepaalt wat de juiste waarde is. Uitgangspunt is dat er binnen de overheid voor ieder informatie-object een unieke bron bestaat. In NORA wordt deze unieke bron de bronregistratie genoemd, niet te verwarren met een basisregistratie (zie definitie). De bronregistratie is de plaats waar het gegeven of document voor het eerst wordt vastgelegd. De eigenaar van de bronregistratie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de informatie-objecten in de registratie. Bronregistraties kunnen een groot aantal vormen aannemen: denk niet alleen aan databases en registraties zoals de basis- en kernregistraties, maar ook aan websites, publicaties, rapporten, wiki's. Voor de overheid als geheel zijn deze bronregistraties leidend. Dat betekent dat alle organisaties hierop zijn aangewezen. Wanneer informatie-objecten in meerdere gelijksoortige registraties voorkomen, gelden alleen informatie-objecten in de bronregistratie als betrouwbaar. Om technische redenen (bijvoorbeeld in relatie tot performance of mobiliteit) kunnen kopieën van gegevensbestanden en documenten noodzakelijk zijn. Als door fouten in de techniek en het beheer, een gekopieerd informatie-object afwijkt van de bronregistratie, zal het object uit de bronregistratie als juist worden aangemerkt.  +
Door bundeling van diensten nemen gebruiksgemak en meerwaarde voor afnemers toe: waar voorheen meerdere aanvragen nodig waren, kan nu met één aanvraag worden volstaan. Dienstverleners kunnen kosten en energie delen, bijvoorbeeld in de front office. Veel diensten kunnen worden samengesteld door informatie logisch te combineren. Zo kan op basis van de locatie een grote hoeveelheid ruimtelijke overheidsinformatie gebundeld worden aangeboden. Een dienst moet op verschillende manieren, momenten en in verschillende combinaties gebundeld kunnen worden. Voor de duidelijkheid: hier wordt over bundeling gesproken als verschillende organisaties voor een eigen dienst in de bundel verantwoordelijk zijn. Zodra één organisatie deze verantwoordelijkheid van de andere organisaties overneemt is er sprake van een nieuwe (samengestelde) dienst.  +
C
Externe dienstverleners o.g.v. dataopslag en -beheer moeten waarborgen dat zij de door hun beheerde data niet ter beschikking stellen aan niet-Nederlandse overheden. Op basis van "save haven regulations‟ is het mogelijk data te laten beheren door organisaties buiten de Nederlandse grenzen.  +
De datacenters zijn onderling verbonden door een glasvezelnetwerk dat voldoet aan de beveiligings- en performance-eisen. Via beveiligde koppelvlakken wordt verbinding gelegd van de datacentervoorziening naar een (rijks)overheidsnetwerk – tot nader orde de Haagse Ring - grote departementale netwerken4 en het internet. Partijen van buiten, zoals burgers en bedrijven, kunnen via deze beveiligde koppelvlakken toegang krijgen tot de dienstverlening vanuit de datacenters. Datacenters hebben een dienstenpakket dat voorziet in het bewerken en leveren van data aan afnemers binnen en buiten de overheid. Het gaat om gegevens met een vertrouwelijke status, die voldoende beveiligd aangeboden moeten worden.  +
De Rijksoverheid streeft naar een betrouwbare datacentervoorziening, waarbij continuïteit gewaarborgd is.  +
Het beleid ICT-infrastructuur zoals beschreven in het programma Compacte Rijksdienst (CRD) heeft tot doel de verbrokkelde ICT-infrastructuur van de rijksdienst een eenheid te laten worden, zoals beschreven in de I-strategie, en daarmee de kosten te drukken.  +

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 24 jun 2019 om 14:17.