Heeft u vragen en/of opmerkingen over deze pagina, mailto:postbusear@rijksoverheid.nl


De EAR wordt opgevolgd door de RORA (RijksOverheid Referentie Architectuur), hier vindt u meer informatie over de RORA.

Eigenschap:Beschrijving

Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Toelichting op formulier
:
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


Toelichtende omschrijving van de eigenschap

Deze eigenschap beschrijft of definieert het onderhavige architectuurelement.

100 pagina’s gebruiken deze eigenschap.
A
In het kader van de Compacte Rijksdienst worden stappen gezet in het samenwerken en delen van voorzieningen van generieke ICT door de afzonderlijke rijksdiensten. Verdere stroomlijning van de bedrijfsvoering en het ontdubbelen van de uitvoering en het toezicht levert efficiency winst op. Het beeld dat daarbij voor ogen staat is dat de generieke ICT voorzieningen gebundeld worden uitgevoerd binnen verzorgingsgebieden door een samenhangend geheel van gespecialiseerde ICT-dienstverleners. Gezamenlijk geven zij vorm aan de informatie-infrastructuur en verzorgen de ICT-dienstverlening op generieke ICT.  +
Synoniem voor Contract  +
Het controleren van de rechten voor de toegang tot geautomatiseerde functies en/of gegevens in ICT-voorzieningen Synoniem: autorisatie of toegangscontrole  +
De persoon of organisatie die het resultaat of effect van een afgeronde inspanning in ontvangst neemt. Dit kan zijn een burger, een (medewerker van een) bedrijf of instelling dan wel een collega binnen de Rijksdienst of een andere bestuurslaag.  +
Voorbeelden van projecten zijn: *clustering van de uitvoering van incasso’s door de rijksoverheid *clustering van de backoffice van subsidieverleners van de rijksoverheid *clustering van de uitvoerende taken op het terrein van de inkomensondersteuning aan burgers door uitvoeringsorganisaties van de rijksoverheid als het UVW, SVB en DUO *clustering van de rijksinspecties die toezicht houden op de fysieke veiligheid van bedrijven  +
De consolidatie van de datacenters van het Rijk heeft tot doel de verbrokkelde I-infrastructuur van het Rijk meer een eenheid te laten worden en daarmee de kosten te drukken. Daartoe wordt onder meer het aantal datacenters van de ministeries verminderd van 64 naar 4 tot 5.  +
De interne verlening van diensten en ter beschikking stelling van faciliteiten, de planning en het onderhoud ervan, nodig voor de ondersteuning van de interne operaties. Concreet betreft het: *algemene kantoordiensten, zoals: schoonmaak, interne en externe verhuizingen, secretariaten, inkoop kantoorartikelen, kantine of catering, e.d., *gegevensbeheer, monitoring en sturing van alle zaken betreffende leveranciers en de omgang en gebeurtenissen daarmee *de ondersteunende aspecten van de juridische functie betreffende de mate van compliancy van de eigen organisatie aan wettelijke eisen zoals WOB, privacywetgeving, ARBO, bewaartermijnen , etc. Hieronder vallen de volgende detailbedrijfsfuncties: *Algemene Diensten - Management van alle algemene kantoordiensten, waaronder: schoonmaak, interne en externe verhuizingen, secretariaten, inkoop kantoorartikelen, kantine of catering, e.d. Inclusief de planning, voorspelling van de interne behoefte aan deze diensten en de coördinatie van de uitvoering ervan. *Kantoorvoorraad Beheer - Management en beheer van alle interne kantoorvoorraden, door de behoeften aan artikelen te plannen, te voorspellen en te budgetteren. *Postale Diensten - Management van alle interne en externe post activiteiten. *Repro Diensten - Management van alle interne en externe repro activiteiten. *Veiligheidsdiensten - Management van de interne en externe beveiliging- en veiligheidsdiensten die door partijen aan BZK geleverd worden, inclusief: receptie, toegangscontrole, check-out, e.d.. *Catering - Management van de alle culinaire diensten die aan het personeel geleverd worden (bijv.: kantine, koffie- en snoepautomaten, avondcatering, roomservice, e.d.).  +
Applicatiediensten zijn informatiediensten die applicaties van het Rijk leveren en die niet worden geleverd binnen één van de andere informatiseringsdomeinen. Applicatiediensten worden aangeboden via een server of de cloud.  +
Het geheel van applicatieservers en besturingssystemen en hun onderlinge relaties. Bestaat uit de samenvoeging van applicatiecomponent en infrastructuurcomponent. Synoniem: applicatielandschap.  +
Het overzicht van rijksbreed aangeboden functionaliteit, door middel van applicaties en daarbij horende logische gegevensverzamelingen.  +
De Aquo-standaard maakt het mogelijk om op een uniforme manier gegevens uit te wisselen tussen partijen die betrokken zijn bij het waterbeheer en draagt daarmee bij aan een kwaliteitsverbetering van het waterbeheer.  +
Archimate een open en onafhankelijke, in Nederland ontworpen, modelleertaal voor enterprise architectuur. ArchiMate biedt modellen voor de ondersteuning van enterprise architecten in het beschrijven, analyseren en visualiseren van de relaties tussen verschillende domeinen op een eenduidige manier. Door gebruik van deze standaard kunnen architecturen van verschillende organisaties makkelijker worden geïntegreerd en/of uitgewisseld en hergebruikt.  +
Het Archiefbesluit 1995 is de voornaamste uitvoeringsregeling van de Archiefwet. In deze wet wordt dit besluit aangeduid als 'algemene maatregel van bestuur'. In principe gaat het Archiefbesluit in op dezelfde onderwerpen als de Archiefwet 1995, maar het besluit geeft meer gedetailleerde regels.  +
Het archiefbesluit 1995 verwijst in de artikelen 11, 12 en 13 naar (nadere) regels, waarin bepaalde eisen verder worden uitgewerkt. Die regels zijn uitgewerkt in de Archiefregeling  +
De Archiefwet 1995 stelt regels aan het beheer en behoud van archiefbescheiden van de overheid. Een zorgvuldig geselecteerd deel van de overheidsarchieven wordt blijvend bewaard. Na uiterlijk twintig jaar zijn ze in beginsel voor iedere burger openbaar.  +
Een beschrijving van een complex geheel, en van de principes die van toepassing zijn op de ontwikkeling van het geheel en zijn onderdelen. Deze beschrijving houdt zich aan de definitie in TOGAF.  +
Aandachtsgebied waarop een architectuurbeschrijving betrekking heeft. Voorbeelden procesarchitectuur, informatiearchitectuur en inkooparchitectuur. Niet te verwarren met domeinarchitectuur  +
Architectuurgids Shared Services Architectuur  +
De invalshoek van waaruit de architectuur wordt beschreven. Er zijn 3 architectuurlagen: Bedrijfslaag, Applicatielaag en Technologielaag. Het European Interoperability Framework 2.0 voegt daar nog een vierde interoperabiliteits laag aan toe; de juridische ofwel, the legal layer  +
Het proces waarbij wordt nagegaan of een natuurlijk persoon daadwerkelijk degene is die hij beweert te zijn. Is een subproces van het IAM proces  +
Het middel waarmee een persoon zijn of haar identiteit kan aantonen.Hierbij moet gedacht worden aan bv paspoort, rijbewijs of ID-kaart. Synoniem: legitimatiebewijs. Gangbaar is om te spreken van authenticatievoorziening of authenticatie service, als voorziening of instrument of dienst die de gegevens op zo'n authenticatiemiddel kan lezen en controleren en verifiëren  +
Het proces waarin wordt vastgesteld welke rechten een natuurlijk persoon heeft in applicaties (logische toegang) en welke rechten een natuurlijk persoon heeft in gebouwen (fysieke toegang). De rechten zijn gekoppeld aan de rol die een persoon in een organisatie heeft.  +
Het geheel van rechten van een medewerker gebaseerd op de aan zijn functie gekoppelde rol, regels en requests. gangbaar is momenteel de werktitel of begrip: Persona's  +
B
Deze versie van de Operationele baseline bouwt voort op het succes van de operationele baseline DWR en bevat alleen IT patronen. De overige onderwerpen uit de ISO-27002, waaruit procedurele patronen of operationele richtlijnen samengesteld kunnen worden, volgen in nieuwe versies van deze baseline. Het tactische deel van de BIR wordt in deze versie nog niet volledig gedekt door de operationele baseline.  +
De BIR beschrijft het minimale beveiligingsniveau waaraan elk systeem binnen de rijksoverheid moet voldoen. Voor elk informatiesysteem moeten dus minimaal de beveiligingsmaatregelen uit de BIR geïmplementeerd worden. De QuickScan BIR is bedoeld als instrument om te bepalen of de risico’s voor een proces met ondersteunende systemen voldoende door de BIR worden afgedekt. Als dit niet het geval is dan moet met een aanvullende risicoanalyse vastgesteld worden welke extra beveiligingsmaatregelen nodig zijn. Deze aanvullende risicoanalyse maakt geen onderdeel uit van de QuickScan BIR.  +
De Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst – Tactisch Normenkader (TNK) biedt één normenkader voor de beveiliging van de informatiehuishouding van de Rijksdienst. Het bestaat uit een concrete set van maatregelen op organisatorisch en technisch vlak die er aan bijdragen dat bedrijfsprocessen ongestoorde doorgang vinden. Informatiebeveiliging is niet alleen zorgen voor de vertrouwelijkheid, ook de integriteit (is de informatie juist en niet, bijvoorbeeld, ongeautoriseerd veranderd?) en beschikbaarheid van informatie maakt hier onderdeel van uit. Dit maakt het mogelijk om veilig samen te werken en onderling gegevens uit te wisselen.  +
In 2012 is de Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst (BIR) van kracht geworden. De Baseline gaat uit van een “comply or explain‐regiem”. Deze nota bevat een voorstel voor de explainprocedure voor de BIR.  +
Deze baseline geeft invulling aan artikel 3 lid d van het Besluit Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst 2007 ([[Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst (VIR)|VIR:2007]]). De BIR geldt voor de rijksdienst (waartoe gerekend worden de ministeries met de daaronder ressorterende diensten, bedrijven en instellingen). De BIR heeft daarmee hetzelfde bereik als het VIR:2007. ===BIR2017=== In de ICBR van 28 november 2017 is versie 2017 van de BIR vastgesteld. De BIR2017 vervangt de BIR:2012 en is per 1 januari 2018 van kracht voor alle nieuwe informatiesystemen. De ministeries moeten uiterlijk per 1-1-2019 inzichtelijk hebben gemaakt wanneer ze voor welke informatiesystemen overstappen. Voor de informatiesystemen die de transitie nog niet hebben ondergaan, blijft de BIR:2012 van toepassing. De BIR2017 is evenals de BIR:2012 een gemeenschappelijk normenkader voor de beveiliging van de informatie(systemen). Daarnaast concretiseert de BIR2017 een aantal normen tot verplichte operationele afspraken (rijksmaatregelen). Daardoor kunnen de bedrijfsonderdelen van de Rijksdienst erop vertrouwen dat gegevens die zij uitwisselen op een eenduidig minimumniveau zijn beveiligd. Verder wordt het ingewikkelde proces van risicomanagement met de BIR2017 vereenvoudigd doordat op basis van de generieke schades en dreigingen voor de Rijksoverheid standaard basisbeveiligingsniveaus (BBN’s) zijn gedefinieerd met bijbehorende beveiligingseisen. In de loop van 2018 wordt gewerkt aan producten die de implementatie van de BIR2017 ondersteunen. Zodra beschikbaar zullen ook deze worden verspreid. Voorlopig toont deze pagina zowel de informatie over BIR2017 als over BIR:2012. ===BIR2012=== De BIR is geheel gestructureerd volgens NEN/ISO 27001, bijlage A en NEN/ISO 27002. De overheid is verplicht om aan ISO 27001 en ISO 27002 te voldoen. De BIR beschrijft de invulling van NEN/ISO27001 en NEN/ISO 27002 voor de rijksoverheid. In de BIR zijn deze specifieke rijksnormen gemerkt met een [R]. NEN/ISO 27001 en NEN/ISO27002 beschrijven details voor implementatie (implementatierichtlijnen) en eisen voor de procesinrichting (o.a. het ISMS uit NEN/ISO 27001). Die documenten geven dus de details voor de toepassing, die niet in de BIR zijn beschreven en die nodig blijven voor een goede implementatie van de BIR. De BIR:2012 zorgt voor één heldere set afspraken, zodat een bedrijfsonderdeel weet dat de gegevens die verstuurd worden naar een ander onderdeel van de rijksdienst op het juiste beveiligingsniveau (vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid) worden behandeld. In de BIR:2012 staan de minimale eisen die gesteld worden aan de informatiebeveiliging van de IT‐infrastructuur van de rijksdienst. Het document geldt daarmee ook als aansluitvoorwaarde voor de basis IT‐infrastructuur van departementen die aangesloten zijn op de generieke basis IT‐infrastructuur van de rijksdienst.  
Algemene IT beheer standaarden, in onderzoek bij Standaardisatiecommissie Rijk.  +
Business Proces Management methodieken.  +
De BRT bestaat uit digitale topografische bestanden op verschillende schaalniveaus. Deze verzameling topografische bestanden is beschikbaar als open data. Dat betekent dat het Kadaster deze gegevensbestanden kosteloos en met minimale leveringsvoorwaarden ter beschikking stelt.  +
De Beheervoorziening BSN (BV BSN) is het geheel van voorzieningen dat zorgt voor het genereren, distribueren, beheren en raadplegen van het BSN. De Beheervoorziening regelt ook de toegang tot de identificerende gegevens in de achterliggende authentieke registraties (GBA en de toekomstige Registratie Niet-ingezetenen (RNI) en de verificatieregisters voor de identiteitsbewijzen ter verificatie van de identiteit aan het loket. De Wet algemene bepalingen burgerservicenummer (BSN) regelt dat alle overheidsorganen van het BSN gebruik kunnen maken voor het uitvoeren van hun taak. Daarnaast kunnen bij of krachtens de wet gevallen worden geregeld waarin ook anderen dan overheidsorganen van het BSN gebruik dienen te maken.  +
Het burgerservicenummer (BSN) is een uniek identificerend nummer voor iedereen die een relatie heeft met de Nederlandse overheid. Het nummer is ingevoerd in 2007 en vervangt het sofinummer. Met het BSN kan men bij elk (digitaal) loket in de publieke sector terecht. Het BSN heeft binnen het gegevensstelsel van de overheid een spilfunctie. Met dit persoonsnummer kunnen persoonsgebonden gegevens doelmatig en, als passende voorzieningen zijn getroffen, betrouwbaar uitgewisseld worden binnen de overheid en tussen de overheid en burgers. De minister van BZK (voor deze het agentschap BPR) is sinds de invoering van de Wet BSN ( Burger Service Nummer) verantwoordelijk voor de Beheervoorziening BSN (BVBSN). De BVBSN maakt nummers aan, distribueert deze naar toekennende instanties en beheert de nummers met behulp van een nummerregister.  +
De standaard biedt een eenduidige manier van verwijzen naar (onderdelen van) wet- en regelgeving waarmee de interoperabiliteit van juridische documenten en systemen die veel verwijzingen kennen naar wet- en regelgeving wordt bevorderd.  +
Bring Your Own Device (BYOD) staat voor het inzetten van eigen - in privé - aangeschafte apparaten voor zakelijk gebruik. BYOD wordt binnen organisaties van de Rijksdienst als volgt ondersteund: ''Voor medewerkers die niet in aanmerking komen voor een smartphone of tablet van de werkgever, wordt toegang tot werk mail- en agenda-functionaliteit op de eigen smartphone of tablet aangeboden. Organisaties kunnen altijd besluiten hier nog andere functionaliteiten aan toe te voegen.'' Verder geldt het volgende: *De Werkgever kan een medewerker niet verplichten om een eigen device in te zetten; *Het is geen recht van een medewerker om een eigen device in te zetten; *Te allen tijde geldt dat de werkgever dient in te stemmen met het gebruik van eigen devices. De BYOD beleidslijn beschrijft een aantal uitgangspunten voor implementatie van BYOD onderverdeeld naar uitgangspunten voor het management, de medewerker en de ICT-leverancier en is een vervolg op eerdere notities over dit onderwerp. Het afwegingskader BYOD is onderdeel van de kadernotitie met uitgangspunten over BYOD die in mei 2014 in de ICBR is vastgesteld en in mei 2015 is aangevuld met een beleidslijn. Het afwegingskader BYOD biedt ondersteuning aan de manager om een goed onderbouwde (risico)afweging te maken voor het zakelijk gebruik van eigen, in privé aangeschafte, apparaten door medewerkers.  +
De Baseline Informatiehuishouding Rijksoverheid is een instrument om de informatiehuishouding van de rijksoverheid te verbeteren en wordt ondersteund door andere algemeen geaccepteerde kaders, zoals de NEN-ISO-normen. De baseline geeft een rijksbreed normenkader voor duurzaam toegankelijke en betrouwbare overheidsinformatie voor een goed informatiebeheer, dat toegankelijkheid en betrouwbaarheid van overheidsinformatie bevordert. Het is een handzaam overzicht van bestaande kaders op dit gebied en geeft aan hoe en waar die ingezet kunnen worden: *Bij het meten en sturen van de kwaliteit van de informatiehuishouding; *Bij de inrichting en verbetering van de informatiehuishouding; *Bij de digitalisering van bedrijfsprocessen; *Als toetsingskader voor de departementale auditdiensten.  +
Het document 'De 7 normen' dient om de baseline Informatiehuishouding Rijksoverheid samen te vatten in 7 hoofdnormen (niveau 1), met daarachter een uitwerking op niveau 2. Het is bedoeld voor de lijnmanager.  +
De Basis-infrastructuur is het geheel van landelijk door het NUP (Nationaal Uitvoerings Programma) aangeboden E-voorzieningen waarvan implementatie bij wetgeving dan wel ambtelijk besluit is voorgeschreven. Deze voorzieningen kunnen ook worden aangemerkt als essentiële bouwstenen voor andere basisvoorzieningen.  +
Een bij wet aangewezen registratie, die de vitale gegevens van de overheid bevat waarin zogeheten authentieke gegevens van hoge kwaliteit worden vastgelegd. Door die hoge kwaliteit kan de overheid deze gegevens zonder verder onderzoek in haar werk gebruiken.  +
De Belastingdienst is verantwoordelijk voor de Basisregistratie Inkomen (BRI). In de BRI staat van ongeveer 13 miljoen burgers het verzamelinkomen of het belastbaar jaarloon. En gegevens zoals het burgerservicenummer (BSN). Het is belangrijk dat de inkomensgegevens in de BRI correct zijn geregistreerd. Verschillende overheidsorganisaties maken gebruik van deze gegevens om toeslagen, subsidies of uitkeringen te bepalen. Burgers kunnen, als zij het niet eens met de hoogte van het vastgestelde inkomen, bezwaar maken.  +
De Basisregistratie Kadaster (BRK) bestaat uit: *de kadastrale registratie van onroerende zaken en zakelijke rechten; *de kadastrale kaart. Op deze kaart is de ligging van de kadastrale percelen te zien (inclusief perceelnummer). Ook de grenzen van het rijk, de provincies en de gemeenten staan erop. Ook een netwerk is een onroerende zaak. Een geregistreerd netwerk maakt daarom onderdeel uit van de BRK. De BRK bevat authentieke en niet-authentieke gegevens. Een gegeven is authentiek als het als zodanig wordt aangemerkt in de wet van een basisregistratie of via een algemene maatregel van bestuur. Een authentiek gegeven hoort bij één basisregistratie. Het is van hoogwaardige kwaliteit, zodat een overheidsinstelling het kan gebruiken zonder nader onderzoek te hoeven doen. Authentieke gegevens in de kadastrale registratie zijn: *kadastrale aanduidingen; *rechten (met uitzondering van erfdienstbaarheden); *kadastrale grootte; *persoonsgegevens van eigenaren, beperkt gerechtigden en beslagleggers. Authentieke gegevens op de Kadastrale kaart zijn: *de afbeelding van de kadastrale aanduidingen; *kadastrale grenzen; *rijks-, provincie- en gemeentegrenzen.  +
basisregistratie voor de ondergrond; geologie, aardlagen etc  +
De Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA) is dé basisregistratie voor persoonsgegevens binnen het stelsel van basisregistraties. De gegevens die in de GBA worden geregistreerd, worden gebruikt binnen de gehele Nederlandse overheid. Ook de Basisregistratie Niet -ingezetenen (RNI) vormt onderdeel van de basisregistratie Personen. Het verantwoordelijk agentschap (RvIG) staat voor Rijksdienst voor Identiteit Gegevens.  +
Het kentekenregister van de RDW is een zeer betrouwbaar, volledig en actueel register van voertuiggegevens en gegevens van eigenaren/houders. Het Kentekenregister maakt onderdeel uit van het stelsel van basisregistraties  +
De Basisregistratie Waarde Onroerende Zaken (WOZ) is onderdeel van het overheidsstelsel van basisregistraties. Gemeenten zijn bronhouder van de WOZ. Zij bepalen de WOZ-waarde van huizen, winkels, kantoren en bouwpercelen. Deze WOZ-waarde heeft invloed op de hoogte van een aantal belastingen, zoals de onroerendezaakbelasting (OZB) en de inkomstenbelasting. De WOZ-waarde en gerelateerde gegevens als adresgegevens, kadastrale aanduiding en BAG-ID worden in een landelijke voorziening aangeboden. Zo kunnen afnemers WOZ-gegevens eenvoudiger en efficiënter gebruiken. Het Kadaster beheert de LV WOZ en stelt de gegevens beschikbaar aan diverse afnemers.  +
Basisregistratie BLAU voor gegevens over lonen, arbeids- en uitkeringsverhoudingen  +
De BAG is een registratie waarin gemeentelijke basisgegevens over alle gebouwen en adressen in Nederland zijn verzameld. De BAG is een belangrijk onderdeel van het stelsel van basisregistraties. De BAG biedt een overzicht van alle gebouwen in Nederland en een adressenbestand van hoge kwaliteit van heel Nederland.  +
MARIJ 1.0 Een modelmatige weergave van de bedrijfsfuncties in de organisatie, waarbij de bedrijfsfuncties zijn geclusterd naar primaire ondersteunende en besturende functies. MARIJ 2.0 Het bedrijfsfunctiemodel is een inrichtingsonafhankelijke beschrijving van de taakgebieden (ook wel bedrijfsfuncties) van de Rijksdienst ide extern toegevoegde waarden leveren aan zijn omgeving en intern aan de onderdelen van de Rijksdeisnt zelf. In de omgeving van de Rijksdienst worden burgers, bedrijven, instellingen en andere overheidsorganisaties (provincies, gemeenten, enz.) onderscheiden. EAR Het bedrijfsfunctiemodel is een organisatie-onafhankelijke beschrijving van de taakgebieden (ook wel bedrijfsfuncties) van de Rijksdienst die toegevoegde waarden leveren aan de omgeving en intern aan de onderdelen van de Rijksdienst zelf. In de omgeving van de Rijksdienst worden burgers, bedrijven, instellingen en andere overheidsorganisaties (provincies, gemeenten, enz.) onderscheiden. Het model doet geen uitspraken over de wijze waarop deze toegevoegde waarden gerealiseerd worden, bijvoorbeeld via welke processen, door welke organisatieonderdelen en met welke systemen  +
Dit domein omvat informatievoorzieningsdiensten die generiek zijn voor één bepaald bedrijfsproces. Denk bijvoorbeeld aan P-Direkt voor HRM-processen.  +
Afgebakend gebied van samenhangende bedrijfsprocessen, waarvoor één functionaris de bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt voor de inrichting. Voorbeeld: Toezicht, Personeel  +
“Een goed functionerende overheid is transparant enlegt verantwoording af over wat zij doet. Bij een goed functionerende overheid is de sturing en beheersing («control») op orde. De sturing en beheersing van de primaire en ondersteunende processen, gericht op het realiseren van taken en doelen van het ministerie, wordt ook wel «bedrijfsvoering» genoemd. Onder de bedrijfsvoering vallen alle bedrijfsprocessen die ervoor zorgen dat een ministerie functioneert.”  +
De uitvoering van vastgesteld beleid moet leiden tot het beoogde beleidseffect. Door evaluatie van de effecten van de uitvoering wordt gemeten in hoeverre de beoogde beleidsdoelstellingen worden gehaald.  +
De beleidsfuncties hebben betrekking op de ontwikkeling, implementatie en evaluatie van beleid, gericht op maatschappelijke doelstellingen zoals economische ontwikkeling, werkgelegenheid, volksgezondheid, et cetera. Een eerste decompositie van de beleidsfunctie is deze naar fase in het beleidsproces: #[[beleidsvormingsfuncties]] #[[beleidsimplementatiefuncties]] en #[[beleidsevaluatiefuncties]]. De beleidsuitvoering (dienstverlening, handhaving) is onderdeel van het primaire proces en geen subfunctie binnen het cluster beleidsfuncties. Hierin zijn ook onderdelen van een Deming cirkel herkenbaar (Plan, Do, Check, Act). De beleidsimplementatie is verder gedecomponeerd naar een aantal aspecten met eigen producten/diensten, maar grote onderlinge samenhang: #regievoering #ontwerpen wet en regelgeving #ontwerpen producten, processen organisatie en ICT en #voorlichting.  +
Een Ministerie geeft opdracht tot uitvoering van het vastgestelde beleid aan publieke en/of semi-publieke organisaties. Dit is vaak een uitvoeringsorganisaties resorterend onder het betreffende ministerie. De formele bevoegdheid blijft bij het Ministerie. Voorbeelden van beleidsuitvoerende processen zijn 'kentekenregistratie' bij de RDW of de 'verwerking van kennisgevingen voor het transport van gevaarlijke afvalstoffen (EVOA)' bij DGM.  +
Bestaande wet- en regelgeving (Archiefwet, Wet openbaarheid bestuur, etc.) bepaalt of (het beheer van) informatie onderdeel is van de informatiehuishouding van het Rijk. Als dat zo is dan vallen bewerkingen (bijv. het delen van informatie) van deze informatie onder de verantwoordelijkheid van het Rijk. Er moeten waarborgen getroffen worden ten aanzien van bijvoorbeeld de beveiliging, privacy en herleidbaarheid van besluitvorming. Dit heeft dus invloed op de ontwikkeling van voorzieningen waarmee informatie gedeeld wordt. Om de ontwikkeling van een samenwerkfunctionaliteit te kunnen sturen wordt onderscheid gemaakt op basis van de mate van openbaarheid van informatie: #Openbaar: informatie die zonder enige beperking gedeeld kan worden met iedereen zowel binnen als buiten de rijksdienst; deze informatie valt niet onder het regime van de WOB, noch van de Archiefwet; #Niet openbaar (t/m depv): besloten en/ of vertrouwelijke informatie die zowel binnen als buiten de Rijksdienst kan worden gedeeld met een specifieke groep mensen, bijvoorbeeld als onderdeel van een beleidsvoorbereidingsproces; deze informatie valt onder het regime van de WOB en de Archiefwet; #Bijzondere informatie (stg): geheime informatie die conform het VIR-BI slechts met een specifieke groep mensen gedeeld kan worden. Iedere categorie vraagt om een andere manier van inrichten van de voorziening. Niet openbare informatie moet in ieder geval altijd voldoen aan de eisen die vanuit bestaande wet- en regelgeving ingegeven worden. Het Rijk houdt controle over de servicelevels en beveiligingsvraagstukken bij de ontwikkeling van een samenwerkfunctionaliteit.  +
Een afgebakend aandachtsgebied binnen de taakopdracht van de RD-organisatie waarvoor in de Rijksbegroting een begrotingsartikel is opgenomen.  +
Naar aanleiding van maatschappelijke vraagstukken beleid formuleren over de wijze waarop overheid en maatschappij met het vraagstuk zullen handelen. De functie bestaat uit o.a. de volgende stappen: *opdracht formuleren *informatie vergaren betreffende beleidsonderwerp *afbakening van de opdracht op basis van vergaarde informatie *beleidsconcept opgestellen *afstemming/feedback *vaststellen *publiceren van het geformuleerde beleid  +
Een afgeronde hoeveelheid informatie met een header en een payload, die van een verzender naar een ontvanger wordt gestuurd.  +
De berichtenbox voor bedrijven is een beveiligd e-mailsysteem. Hiermee kan een bedrijf digitaal berichten uitwisselen met de Rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen. De berichtenbox is bedoeld voor ondernemers die gevestigd zijn in de Europese Economische Ruimte (EER) - dus ook in Nederland - en die hun diensten in Nederland willen aanbieden.  +
De berichtenbox (op MijnOverheid) is de digitale postbus voor berichten van de overheid aan burgers. De gemeente meldt bijvoorbeeld dat een paspoort moet worden verlengd. Of de RDW meldt dat een auto gekeurd moet worden. Als er een bericht in de box staat, wordt dit per e-mail gemeld aan de betreffende persoon. Berichten versturen via de berichtenbox is (nog) niet mogelijk.  +
Deze regeling is specifiek voor het Rijk en geeft de bestemming aan van archiefbescheiden bij een organisatieverandering.  +
Het Besluit informatievoorziening in de rijksdienst 1990 is per 1 december 1990 in werking getreden. Het besluit had destijds tot doel de regels voor de informatievoorziening (rijksdienst) te actualiseren en inhoudelijke sturing te geven aan die informatievoorziening. De normen uit het beleidskader zijn onverkort van kracht.  +
Op 30 juni 2006 heeft de Ministerraad het Besluit Kwaliteit Rijksoverheidswebsites vastgesteld. In de bijlage van het Besluit is aangegeven aan welke eisen nieuwe websites van de rijksoverheid bij oplevering dienen te voldoen. Deze eisen zijn gelijk aan alle huidige Webrichtlijnen, aangevuld met de eis “Bouw een website volgens de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG 1.0) van het W3C”.  +
Dit voorschrift geldt voor de rijksdienst (waartoe gerekend worden de ministeries met de daaronder ressorterende diensten, bedrijven en instellingen) en heeft hetzelfde bereik als het VIR:2007. Het VIR-BI is een aanvulling op het VIR voor het vertrouwelijkheidaspect van bijzondere en gerubriceerde informatie.  +
Het beïnvloeden van het functioneren van een RD-organisatie, gericht op het behalen van (strategische) doelstellingen van de individuele RD-organisatie en van de Rijksdienst als geheel.  +
De beschikbaarheid en de kwaliteit van diensten voldoen aan vooraf bepaalde normen. Aangeboden informatie dient bijvoorbeeld juist, authentiek, actueel en volledig te zijn. Processen zijn zodanig ingericht dat dit is gegarandeerd en monitoring van het kwaliteitsniveau plaatsvindt.  +
In het BVR worden de verantwoordelijkheden voor de integrale beveiliging van de Rijksdienst beschreven. Wet- & Regelgeving is beleidsverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de inrichting en werking van de organisatie van de beveiliging van de Rijksdienst.  +
Een bron is de plaats waar een gegeven of document voor de eerste keer is vastgelegd.  +
C
Stelsel van afspraken over rol en verantwoordelijkheden van Chief Information Officers (CIO) binnen het Rijk. De rol van de CIO in relatie tot sturing van grote ICT-projecten is vastgelegd in het document Handboek Portfoliomanagement Rijk voor projecten met een grote ICT-component versie 2.2. vastgesteld in ICCIO 14 november 2012.  +
Content Management Interoperability Services (CMIS) is een open standaard die een scheiding mogelijk maakt tussen zogenaamde ‘content repositories’ en content applicaties. Hierdoor kunnen content (ongestructureerde data, zoals documenten en e-mails) en bijbehorende metadata (beschrijvende data) gemakkelijker worden uitgewisseld.  +
Voorziening voor het beheren van Rijkspassen  +
Categoriemanagement betreft de opzet van rijksbrede strategieën voor inkoop van producten en diensten, gebaseerd op de gehele levenscyclus van product of dienst, van behoefteformulering aan het begin tot contractbeheer en evaluatie aan het einde.  +
Het internet, met alle computers die erop aangesloten zijn waarop computerprogramma’s draaien die daardoor niet op computers van gebruikers hoeven te draaien  +
Cloud computing is een leveringsmodel om op afroep op een gemakkelijke manier via een netwerk toegang te krijgen tot een gedeelde verzameling van configureerbare ICT-componenten (bijvoorbeeld netwerken, servers, opslag, applicaties en diensten) die snel kunnen worden geleverd en vrijgegeven met minimale inspanning of interactie met leveranciers. ”  +
Het overbrengen van gegevens, informatie en kennis, ten behoeve van de ondersteuning van beslissingen die door de ontvangende of zendende partij in het kader van BZK's bedrijfsprocessen genomen moeten worden. Hieronder vallen de volgende detail bedrijfsfuncties: *Interne Communicatie :Alle uitwisseling van gegevens, informatie en kennis, die zich binnen de eigen organisatie afspeelt, om de beleids- en organsiatiedoelstellingen te bereiken, de kwaliteit van de dienstverlening, de professionalisering van de bedrijfsvoering en het werkklimaat continu te verbeteren. *Externe Communicatie :Alle communicatie die namens BZK met externe partijen wordt gevoerd. *Arbeidsmarkt Communicatie :Alle communicatie van de overheid die te maken heeft met de overheid als werkgever. *Communicatie Planning :Het vaststellen en adviseren over wanneer, hoe, door wie aan wie, in welke vorm (huisstijlen) over welke onderwerpen, gegevens, informatie of kennis geïnformeerd moet worden.  +
Een krachtige, kleine en dienstverlenende overheid. Een efficiënt en effectief opererende Rijksdienst, met een informatievoorziening die de medewerkers maximaal ondersteunt bij het gezamenlijk gebruik van kennis en infomatie en plaats-, tijd-, organisatie- en apparaatonafhankelijk werken.  +
Dit domein omvat alle diensten op gebied van digitaal netwerkverkeer. Concreet betreft het normen, processen, activiteiten en voorzieningen m.b.t. inrichting en beheer van digitale netwerken en knooppunten  +
D
Enkelvoudige registratie leidt tot betere kwaliteit van informatie, doordat het inconsistenties bij meervoudige registratie uitsluit. Enkelvoudige registratie van personen waarborgt daarnaast de herleidbaarheid van activiteiten met voorzieningen van het Rijk tot de juiste persoon. Het is ook efficiënter doordat persoonsgebonden voorzieningen, zoals een laptop of mobiele telefoon, slechts één maal verstrekt behoeven te worden aan de betreffende persoon, ongeacht het aantal werkrelaties.  +
Handelingen met softwaresystemen of met fysieke objecten van het Rijk, hebben in principe gevolgen voor het Rijk en ze brengen daar-naast ook kosten en opbrengsten met zich mee. Vanuit doelmatigheid en doeltreffendheid (MARIJ vertrekpunten 1 en 3) is het van belang om het gebruik (en eventueel misbruik) van de voorzieningen van het Rijk te kunnen verantwoorden.  +
Dit statement refereert aan het NORA-principe AP26 (De afnemer heeft inzage in de eigen informatie en het gebruik er van). We achten het voor de ontwikkeling van het rijksbrede Identity & Access Management echter dusdanig van belang, dat ze wordt opgenomen als basisprincipe bij de verdere ontwikkeling ervan.  +
Uitstekende interoperabiliteit is in een federatief model voor Identity & Access Management een randvoorwaarde. Functies als identificatie, authenticatie en autorisatie worden daarom als zelfstandige services ontwikkeld en zijn op basis van standaard koppelvlakken (open standaarden) aanroepbaar (te gebruiken) voor applicaties van meerdere organisaties. Een service (of dienst) georiënteerde architectuur is daarbij door de referentiekaders NORA en MARIJ benoemd als uitgangspunt.  +
De set voorzieningen van het Rijk omvat die voorzieningen die elke persoon die in RIdM is geregistreerd, in ieder geval nodig heeft om te kunnen functioneren als werkrelatie van het Rijk. De samenstelling van de set voorzieningen zal in de loop der tijden wijzigen, bijvoorbeeld omdat voorzieningen worden toegevoegd of omdat voorzieningen worden aangepast. Door uit te gaan van een in de tijd veranderlijke set en niet van één of meer concrete voorzieningen, blijft dit principe in de tijd robuust en toepasbaar.  +
Personen die via een federatieve registratie toegang krijgen tot voorzieningen van het Rijk worden in principe niet in RIdM geregistreerd. Toch kan het nodig zijn om dergelijke personen in RIdM op te nemen, bijvoorbeeld om een Rijkspas te kunnen verstrekken. Het is aan het bevoegd gezag om te bepalen of registratie van federatief geregistreerde personen, ook in RIdM noodzakelijk is.  +
Technische maatregelen betreffen o.a. functionele beperkingen en autorisatie-instellingen van de software. Administratief organisatorisch gaat het om de juiste toedeling van en het toezicht op activiteiten en verantwoordelijkheden m.b.t. RIdM en het (her)gebruik van de informatie daaruit. Het niveau van beveiliging wordt altijd aangepast aan de risico's die met een bepaalde werk-relatie annex zijn (denk o.a. aan bijzondere functies in het kader van defensie, justitie, etc.).  +
Basis voor het toegangsbeleid (Accessmanagement) voor de Rijksdienst is het zogenoemde "Role Based Access", waarbij rollen worden ontleend aan vastgestelde criteria zoals functie, plaats in de organisatie, taken, positie, locatie, voorschriften en aanspraken van de RD-medewerker (claims of requests). Het geheel aan rollen, regels en/of claims worden tevens gebruikt om bedrijfsregels met betrekking tot de toegang tot data vast te leggen en te verlenen. De invulling van het toegangsbeleid dient het plaats-, tijd-, en apparatuuronafhankelijk werken maximaal te ondersteunen. Ongeacht de plaats waar wordt ingelogd moet dezelfde logische toegang worden verschaft. Een extra winstpunt is dat door toepassing van Role Based Access de beheerlast vermindert omdat slechts één relatie (de rol) hoeft te worden onderhouden en niet alle verschillende rechten die een RD-medewerker heeft. Dit principe zal ook worden toegepast voor autorisatie op fysieke objecten, zoals de toegang tot gebouwen.  +
DomainKeys Identified Mail Signatures (DKIM) koppelt een e-mail aan een domeinnaam met behulp van een digitale handtekening. Het stelt de ontvanger in staat om te bepalen welke domeinnaam (en daarmee welke achterliggende organisatie) verantwoordelijk is voor het zenden van de e-mail. Daardoor kunnen spam- en phishing-mails beter worden gefilterd.  +
Domain Name System Security Extensions (DNSSEC) is een standaard gericht op voorkomen van DNS spoofing (domeinnaam frauduleus koppelen aan een ander IP-adres). Gebruikers kunnen door DNS spoofing worden geleid naar frauduleuze c.q. gevaarlijke websites.  +
Printen, scannen, kopieren en faxen  +
Mobiel telefoneren, sms-en  +
Ontsluiten digitale omgeving  +
Ontsluiten digitale werkomgeving  +
Doel van de functionele doelarchitectuur is om bestuurders binnen de rijksdienst op het i-domein (CIO’s en CIO-Beraad) zicht te bieden op de functionele situatie zoals die in 2015/2016 ontstaat. Daarnaast wordt in dit document aangegeven welke issues de komende tijd aandacht en energie vragen van de bestuurders en wordt aangegeven welke besluiten nu genomen moeten worden om ook daadwerkelijk het functionele beeld te bereiken. Het gaat om de volgende onderwerpen: #de noodzakelijkheid van een nieuw werkplekconcept; #de noodzakelijkheid om eisen te stellen aan applicaties (o.a. om hergebruik mogelijk te maken); #herijking c.q. accentverplaatsing informatiebeveiliging; #de noodzakelijke helderheid rondom “consolidatie” of “federeren”; #connectivity, datacommunicatie, netwerkaansluitingen; #identity- en accessmanagement (programma toegang). Zij vormen de topprioriteiten. Omdat ze randvoorwaardelijk zijn. Omdat ze moeilijk en complex zijn. Omdat de ICT-specialisten op die gebieden de aandacht, energie en sturing van bestuurders absoluut nodig hebben. Kernpunten zijn het ontkoppelen van gebruikersapparaten en functionaliteit: zero footprint werkplekken en voor applicaties de service gerichte architectuur Deze functionele doelarchitectuur DWR is onderdeel van de Enterprise Architectuur rijksdienst (i.o.) en bestrijkt verschillende I-domeinen, waarbij het zwaartepunt ligt op de I-domeinen ‘Werkplekdiensten’ en ‘Applicatiediensten’.  +
Standaard algemeen te gebruiken kantoorapplicaties.  +
Standaard kantoorapplicaties aanvullend op het basispakket ([[DWR Office - basis]]) met meer gespecialiseerde functionaliteit.  +
DNS is een onderdeel van DigiNetwerk. Diginetwerk koppelt besloten netwerken van diverse overheden aan elkaar, zodat er een besloten netwerk ontstaat. Overheden kunnen zo veilig gegevens uitwisselen met andere overheden.Netwerk adressering van services binnen de eOverheid, dus ook over Diginetwerk is gebaseerd op logische adressering (URI). Er dient daarom een vertaalslag plaats te vinden naar IP adres. Dat gebeurt d.m.v. DNS.  +
Voorziening voor: *Rijksbrede registratie van dienstverbanden van medewerkers- en organisatiegegevens. *Aanlevering van gegevens aan www.overheid.nl *Zoekbron voor de rijksadresgids. *Brongegevens voor applicaties ten behoeve van authenticatie (verificatie inlognaam en wachtwoord). De gegevens worden dagelijks aangereikt vanuit directories van departementen. De rijksdirectory genereert voor elke nieuwe registratie een gebruikersnaam en wachtwoord.  +
Het rijksportaal is het (rijksbrede) raamwerk voor intranettoepassing voor alle (kern)departementen en verschillende uitvoerings instanties en geeft toegang tot (rijksbrede en departementspecifieke) informatie bronnen en toepassingen. Dit raamwerk biedt een eenduidige indeling, vormgeving en huisstijl. Rijksbrede informatie is departementoverstijgend en bestemd voor alle medewerkers van het Rijk. Departementale informatie is primair gericht op de medewerkers van het eigen departement. De gebruiker ziet wat voor hem/haar van belang is, maar kan ook de informatie bij andere departementen raadplegen.  +
Het CIS (Content Integratie Systeem) is het content management systeem voor het beheer van rijksportaal. Voor contentbeheerders van het rijksportaal is het CIS beschikbaar om nieuws en andere content te kunnen plaatsen en verwijderen. Voor kleine contentwijzigingen kan de contentbeheerder gebruik maken van de webclient, voor grotere wijzigingen wordt het CIS door middel van de javaclient beschikbaar gesteld.  +
De Interne Samenwerkfunctionaliteit (i-SWF) biedt gebruikers de mogelijkheid flexibeler, efficiënter en interactief samen te werken. Een samenwerkruimte (teamsite) biedt de mogelijkheid om documenten en informatie, eventueel alleen toegankelijk voor geautoriseerde Rijksgebruikers, online te bewerken en te delen. Alle documenten en correspondentie van en rondom een project of samenwerkingsverband kunnen in een teamsite geplaatst en beheerd worden. Per teamsite kan een agenda en een takenlijst worden bijgehouden, kunnen discussies worden gevoerd, kan worden gezocht naar specifieke informatie en kan een bericht worden verzonden ter attentie op wijzigingen. De teamsites in de i-SWF hebben het karakter van ‘open, tenzij’  +
De Externe Samenwerkfunctionaliteit (e-SWF) biedt rijksmedewerkers de mogelijkheid flexibeler, efficiënter en interactief samen te werken met externe partijen (te weten niet rijksonderdelen, binnen e-SWF gasten genaamd). Een samenwerkruimte (teamsite) biedt de mogelijkheid om documenten en informatie, eventueel alleen toegankelijk voor geautoriseerde rijksmedewerkers, online te bewerken en te delen. Alle documenten en correspondentie van en rondom een project of samenwerkingsverband kunnen in een teamsite geplaatst en beheerd worden. Per teamsite kan een agenda en een takenlijst worden bijgehouden, kunnen discussies worden gevoerd, kan worden gezocht naar specifieke informatie en kan een bericht worden verzonden ter attentie op wijzigingen. Een gastgebruiker kan alleen toegang krijgen tot de e-SWF op uitnodiging van een Rijksmedewerker. De samenwerkruimtes in de e-SWF hebben het karakter besloten, tenzij.  +

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 24 jun 2019 om 15:16.